
Spreekwoorden: (1914)
Onder een hoedje te vangen zijn,d.w.z. mak zijn, niet veel te zeggen hebben, evenals vogels, die zoo mak of vermoeid zijn, dat men ze onder een hoed kan vangen (zie o.a. Boefje, 105); fri. hy wier sa lyts (mak), dat ik him wol ûnder 'e han (of 'e hoed) biflappe koe; bij Molema, 528 a: Men ken ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Onder een hoedje te vangen zijn,d.w.z. mak zijn, niet veel te zeggen hebben, evenals vogels, die zoo mak of vermoeid zijn, dat men ze onder een hoed kan vangen (zie o.a. Boefje, 105); fri. hy wier sa lyts (mak), dat ik him wol ûnder 'e han (of 'e hoed) biflappe koe; bij Molema, 528 a: Men ken ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.